Recente ontdekkingen in fysica, biologie en andere wetenschappen moeten wel zichtbaar worden – na verloop van tijd – door op een andere wijze gezondheid en ziekte te observeren. Daar de mens participator is in de fysieke werkelijkheid, zoals fysicus John Wheeler stelt, is het van groot belang hoé diezelfde mens naar zijn leven, welzijn, gezondheid en ziekte kijkt. Dit geldt zowel voor de leek als voor de expert. We zijn allemaal betrokken in dit proces.

Celbioloog dr. Bruce Lipton kwam tot de bijzondere bevinding dat genen onze biologie beduidend minder controleren dan algemeen aangenomen wordt. Dit beschrijft Lipton uitgebreid in de bestseller : De biologie van de overtuiging.

Dr. Bruce Lipton aan het woord : ‘Hoewel de top van de wetenschap reeds een andere kijk heeft verworven op hoe het leven werkt, wordt het grote publiek echter nog steeds opgeleid met verouderde inzichten. Wetenschappers weten inmiddels dat genen het leven niet controleren en domineren maar de meeste media vertellen het publiek nog steeds het tegenovergestelde. Mensen geven nog altijd hun genen de schuld als het gaat over gebreken en ziekte omdat we geleerd hebben dat onze genen ons leven controleren. Deze opvattingen over genen zorgen ervoor dat het publiek zichzelf ziet als slachtoffer van de erfelijkheid. In het kwantumuniversum wordt erkend dat onzichtbare energievelden en fysieke moleculen samenwerken in het creëren van leven. De kwantumfysica erkent dat onzichtbare, drijvende krachten van het veld de belangrijkste factoren zijn die de materie scheppen. Dit inzicht over de kracht van energie verklaart eveneens hoe bijvoorbeeld acupunctuur, homeopathie, manuele therapie, chiropraxie enzovoort de gezondheid gunstig beïnvloeden. Eén van de krachten die de biologie controleren bestaat uit de elektromagnetische velden die worden gegenereerd door de geest. De nieuwe biologie benadrukt de rol van de geest als primaire factor van onze gezondheid. Met het juiste begrip kunnen we de geest gebruiken als een macht die het leven beheerst. Als we in de spiegel kijken, herkennen we meestal het beeld dat we zien als onszelf, één enkele levende entiteit. Maar dit is een misvatting. Als celbioloog weet ik dat onze cellen in werkelijkheid de levende wezens zijn. Een individuele mens is eigenlijk een hechte gemeenschap van ongeveer vijftig biljoen cellen. Elke cel is intelligent en kan buiten het lichaam overleven en groeien in een weefselkweekschotel. Maar een cel in het lichaam functioneert als een integraal onderdeel van een gemeenschap, in samenwerking met de andere cellen die de gemeenschappelijke visie delen. Zoals bv. het lichaam gezond houden. Het zenuwstelsel fungeert als een overheid die de functies van de lichaamscellen controleert en coördineert. Wanneer de geest handelt als een goede overheid is de cellulaire gemeenschap in harmonie en uit zij dit in gezondheid. Als de geest verward, boos, angstig of verstoord is, kan dit leiden tot ziekte. Je gedachten worden naar de lichaamscellen gezonden via neurochemicaliën zoals bijvoorbeeld dopamine en serotonine. Positieve en negatieve gedachten vormen je, want je geest geeft leiding aan ongeveer vijftig biljoen cellen. Cellen zijn een soort miniatuurmens met een spijsverterings-, ademhalings-, voortplantings-, immuunsysteem, zenuwstelsel enzovoort. Elke cel heeft, net als de mens, receptoren ingebouwd in zijn huid (celmembraan) zodat deze de omgeving kan ervaren. Je kunt dit vergelijken met de huid-, zicht-, gehoor, reuk-, smaak- en gevoelsreceptoren bij de mens. Cellen hebben percepties van hun omgeving en zijn zich zeer bewust van wat er gaande is. Ze krijgen ook boodschappen van de overheid, de geest, over de toestand van hun wereld en de behoeften en eisen van de cellulaire gemeenschap. Als we bang zijn, wordt die angst in alle cellen gelezen via de chemie en de elektromagnetische trillingen die door het gehele lichaam gestuurd worden. Wanneer we gelukkig zijn, dan zijn onze cellen ook gelukkig. Met andere woorden onze cellen ervaren hetzelfde leven als wijzelf. Door de succesvolle cellulaire gemeenschap te bestuderen, kunnen we misschien het antwoord vinden op de vraag hoe we als mensheid harmonieus kunnen samenleven’. Dixit Bruce Lipton.

Op biologisch vlak is de mens eveneens participator. Tot nu meent het overgrote deel van het medische corps – en een groot deel van hun patiënten – dat genen de biologie en dus de gezondheid controleren en domineren. De nieuwe inzichten uit de biologie sijpelen – zij het traag – door in de medische wereld. Het is belangrijk om te weten dat er geen medische wetenschap bestaat. Dat is bij veel mensen een misvatting. Het is juister te zeggen dat de medische wereld gebruik maakt van wetenschappen, zoals o.a. biologie, chemie, fysica… De medische wereld maakt ook uitgebreid gebruik van technologie.

Het medisch denken blijft voor rekening van medici. De vraag is hoe deze nieuwe inzichten uit verschillende wetenschappen geïntegreerd en geïmplementeerd zullen worden in dit denken. Van oudsher is de medische omgeving eerder conservatief. Medische vooruitgang heeft vooral betrekking tot verbeterde technologie of technieken. Het medisch denken an sich is doorgaans minder in beweging en volgt niet steeds evenredig met de wetenschappelijke evolutie. Andere sectoren, zoals bijvoorbeeld de auto-industrie, zijn dynamischer op dat vlak. Medici houden lang vast aan beproefde methodes. Vaak hebben deze werkwijzes in het verleden voor resultaat gezorgd en hun nut bewezen. Een vernieuwde zienswijze laat soms op zich wachten.

Nu de verschillende wetenschappen, waarop de geneeskunde en andere geneeswijzen gestoeld zijn, drastische wijzigingen doormaken ben ik benieuwd hoe het medisch corps zal reageren. De inzichten van de kwantumfysica verdienen beduidend meer medische interesse. Kwantumfysica zorgt wél voor vooruitgang bij technologische onderzoekmethodes zoals NMR-scan e.d. Technologie volgt wetenschappelijke vernieuwing op de voet. Zal de zorgverlening in het algemeen dit ook doen?

Op het einde van Einsteins leven kwam de kwantumfysica meer en meer op het voorplan. Einstein was trouwens één van de voornaamste bezielers, hoewel hij – dat is contradictorisch – niet echt een voorstander ervan was. In dit verband zijn de hevige discussies tussen Niels Bohr en Albert Einstein legendarisch geworden. Einstein stelde nog dat God niet dobbelt. Het zou tevergeefs zijn, want de kwantumfysica was niet meer te stuiten. Men kan niet om het spookachtige gedrag van elementaire deeltjes heen. Tot hiertoe is er geen oplossing gevonden om de twee grote theorieën – de relativiteitstheorie van Albert Einstein en de kwantumfysica met Max Planck als vader – te verenigen in een nieuwe unificatietheorie.

Voor mij is de Unifying Field Theory van ir. M. Tavakoli kandidaat. Zelf ben ik door hem wegwijs gemaakt in deze zienswijze. Zal de wetenschappelijke wereld bereid zijn om een stap opzij te gaan en ruimte te laten voor een ommezwaai? Heeft men de moed om oude dogma’s te verlaten? Technologie gebaseerd op deze nieuwe theorie bestaat en functioneert. Weer is het de vraag of deze geavanceerde technologie een plaats zal vinden in het landschap van de samenleving. Of zullen andere belangen zegevieren, honderd jaar na Nikola Tesla én John Pierpont Morgan? Het zou me verwonderen moest de rode loper ditmaal wel uitgerold worden. Het valt te verwachten dat er nog veel obstakels moeten overwonnen worden. De weerstand tegen vernieuwing zal waarschijnlijk nog een tijd aanhouden. Toch kan kennis moeilijk worden tegengehouden met de middelen op vlak van communicatie die er voorhanden zijn. We leven in een andere tijd dan Nikola Tesla.

Ruimtevaart is het terrein bij uitstek om nieuwe mogelijkheden te exposeren aan het grote publiek. Ik verwacht dat dit ook nu het geval zal zijn. Tavakoli wil de ruimte exploreren en zit op koers om zijn doelstelling en levensdroom te realiseren, vooral omdat zijn nieuwe ruimtevaarttechnologie slechts een fractie hoeft te kosten van het peperdure propulsiesysteem. Magnetische positionering is het nieuwe principe. Tavakoli imiteert het heelal in zijn technologie. Geen fossiele brandstofverbranding meer met grote verontreiniging als gevolg. Zelf was ik bevoorrechte getuige van gewichtsreductie. Massa is geen absoluut gegeven meer in de fysica. Materie is anders dan men denkt, zoals Max Planck decennia geleden ook gezegd heeft. De plasmatechnologie van Tavakoli maakt het mogelijk om de massa van een voorwerp te laten afnemen. Ik zag een reactor van zeven kilogram herleid worden tot vijf kilogram, door de eigenschappen van het dubbele magnetische veld – dit is gravitatieveld en magnetisch veld – aan te passen. Als dit proces wordt verdergezet, bereikt massa het nulpunt en gaat de reactor leviteren, loskomen van het (aard)oppervlak. Graviteren is een juistere term. De massa wordt dan niet meer aangetrokken door de zwaartekracht. Men zou dit anti-gravity kunnen noemen, maar dit is het eigenlijk niet. Het voorwerp heeft zijn eigen dubbel magnetisch veld gecreëerd en gedraagt zich als een hemellichaam. Indien men nog een stap verder gaat, kan de reactor een groot gewicht torsen.

Verscheidene supermachten hebben anno 2012 de patenten en inzichten van Tavakoli in ontvangst genomen via hun ambassade in België, o.a. Rusland, China, Verenigde Staten, Japan, Indië… De sleutel ligt in handen van de verschillende regeringen. Toepassingen situeren zich op vlak van gezondheid, transport, ruimtevaart, voeding, water, energie, milieu, nieuwe (nano)materialen… De mogelijkheden zijn haast onbeperkt. Met deze kennis en technologie is bv. Japan in staat om de vervuiling van de kernramp van Fukushima op te ruimen. Een nieuwe era is aangebroken.

Hoofdstuk 13 uit ‘de technologie van het wonder’ – Jo Vandemeulebroucke