Theo vertelde me op een dag De parabel van de koorddanser van Friedrich Nietzsche.
Zarathoestra was vanop zijn hoge berg naar beneden gekomen, afgedaald naar het volk. Het was hem te eenzaam, alleen op de top. Hij had de menigte van een klein dorp toegesproken en had hen verteld over de laatste mensen. De menigte schreeuwde hem hevig toe : ‘Geef ons deze laatste mens, Zarathoestra’. ‘Maak ons tot deze laatste mensen! Dan geven wij jou de bovenmens!’
Also sprach Zarathustra kende ik aanvankelijk vanwege “2001 : A Space Odyssey” van Stanley Kubrick. De muziek van Richard Strauss – uit de openingsscène – blijft me steeds beklijven. De eerste keer heb ik dit indrukwekkend filmepos gezien aan het college, toen ik veertien jaar was. In de filmbespreking die we toen gekregen hadden, las ik dat de regisseur uitdrukkelijk aangaf dat dit geen Science-fictionfilm was. Dit gegeven is me steeds bijgebleven. Ik wou weten wat Kubrick bedoelde met deze film. Stanley Kubrick had de film gedraaid in 1968, een jaar voor de maanlanding van Apollo 11.
Een touw verbond twee torens boven het marktplein. Plots opende een koorddanser een deurtje van de ene toren en kwam voorzichtig op het touw. Hij balanceerde behoedzaam op het touw, hij hield een lange stok in de handen. Halverwege gekomen, zwaaide het deurtje nog eens open. Een nar ging de koorddanser achterna. Met grote stappen naderde hij zienderogen de koorddanser. Hij porde zijn voorganger aan om sneller te gaan. Hij riep hem toe uit de weg te gaan. ‘Je verspert me de weg’. Toen hij op één stap genaderd was, schreeuwde hij als een duivel en sprong met volle geweld over de koorddanser. Hij haastte zich naar de andere toren. De koorddanser schrok, verloor het evenwicht en stortte op de grond. De menigte stoof verschrikt uiteen. Enkel Zarathoestra was blijven staan. De ongelukkige koorddanser viel juist naast hem. De koorddanser was gebroken maar leefde nog. Hij sprak stamelend tot de profeet : ‘Ik wist al lang dat de duivel me ooit eens beentje zou lichten, nu zal hij me naar de hel slepen’. Zarathoestra antwoordde rustig : ‘Er is geen duivel, er is geen hel. Vrees niet meer!’ De stervende man antwoordde : ‘Ik ben niets meer dan een dier dat men heeft leren dansen’. Welnee, zei de Perzische profeet : ‘Jij hebt gewoon van het gevaar jouw beroep gemaakt. Nu ga je ten gronde aan jouw beroep. Ik zal je met mijn handen begraven’. De koorddanser antwoordde niet meer.
In de film zien we hoe mensapen het gebruiksvoorwerp ontdekken. Al snel merken zij dat ze hiermee kunnen doden. De scène waarbij het botstuk triomfantelijk door de leider van de kudde in de lucht gegooid wordt en bij het volgende beeld overvloeit in een ruimteschip op de tonen van ‘De Blauwe Donau’ van Johann Strauss is heel bekend geworden in de filmgeschiedenis. Anno 2001 verkent de mens de ruimte. Het lijkt wel een doordeweekse shuttledienst naar de maan. Na een mysterieuze ontdekking op de maan, wordt er koers gezet richting Jupiter. Twee astronauten bedienen samen met computer HAL 9000 het ruimteschip. Aan boord zijn drie wetenschappers die de reis in kunstmatige hibernatie maken. Bij aankomst op de bestemming zullen ze opnieuw wakker gemaakt worden uit een soort winterslaap. De kijker wordt later meegenomen in een opeenvolging van kleurrijke, haast psychedelische filmbeelden. Het laatste halfuur van de film is door het publiek ruim besproken geweest. Kubrick zelf heeft nooit duiding gegeven van zijn bedoeling.
Sinds de zeventiger jaren is de mens niet meer op de maan geweest. Twaalf mensen hebben op de maan gewandeld. Het Apollo-project werd afgeblazen. Ook Space Shuttle is intussen verleden tijd. De Amerikanen hebben tegenwoordig de Russen nodig om in de ruimte te geraken. De profetie van Stanley Kubrick leek me niet bewaarheid te zullen worden. We worden gelukkig nog niet gedomineerd door computers zoals HAL. De mens geraakt nog nauwelijks van het aardoppervlak vandaan. Er zijn zelfs stemmen die beweren dat Stanley Kubrick de tv- uitzending van de landing op de maan in 1969 geregisseerd heeft. Zelfs mevrouw Kubrick geeft toe dat haar man meegewerkt heeft aan het opnemen van beelden in een filmstudio in Londen – voor in het geval – toen hij toch bezig was aan zijn monumentale film “2001 : A Space Odyssey”.
Evolueert de mens vanuit het dier naar de bovenmens? Ik gebruik hier bewust liever het Nederlandse dan het Duitse woord, jammer dat het begrip bovenmens onteerd is geweest. Is de fase van ‘mens’ slechts een fase in de aanloop naar ‘bovenmens’? Is dat de boodschap van de profeet Zarathoestra? Van Friedrich Nietzsche? Is dat de boodschap van Theo? Van Zosima en Dostojevski? Van Tavakoli? Van Kubrick en anderen?
In het vervolg : “2010 : The Year We Make Contact”, horen we de vermiste astronaut Dave Bowman zeggen bij aanvang van de film : My God, It’s full of stars!! Betekent bowman niet boogschutter? Het centrale zwarte gat van onze Melkweg ligt in de richting van het sterrenbeeld Boogschutter. Weet ik van Tavakoli.
Ik vind het opmerkelijk dat ik Theo vijftien jaar geleden heb leren kennen en waarderen als een waarlijk wijze man. Drie jaar geleden komt Tavakoli op mijn pad, de man die claimt om ten laatste in 2014 de ruimte in te gaan met een compleet revolutionair aandrijvingssysteem. Geen propulsie meer waar tonnen brandstof verbrand worden om de zwaartekracht te overwinnen en bovendien nog eens voor vervuiling zorgen. De kerngeleerde uit voormalig Perzië heeft de werking van de zwaartekracht ontrafeld. Kennis van de ware natuur van deze kracht laat toe om te graviteren en los te komen van de aarde, om de ruimte op te zoeken. Is de komst van de bovenmens aangebroken?
Theo zei me te ontsnappen uit het Big Bang universum via bewustzijn. Als je voor de spiegel staat kijk je oneindig ver in de ruimte. Dit doet me denken aan de oude Dave op het einde van ’2001′. Als je diep in jezelf kijkt… Oneindig ver naar binnen… Oneindig ver naar buiten… Misschien bevinden we ons ergens halverwege. Als tussen twee torens.
Hoofdstuk 7 uit ‘de technologie van het wonder’ – Jo Vandemeulebroucke
Comments are closed